Een scheur in de meniscus kan pijn in de knie veroorzaken en eventueel ook een klikkend gevoel. De knie is vaak dik/opgezwollen door vochtophoping in de knie. Het kan zijn dat de knie op ‘slot’ schiet. Het lukt dan niet om de knie volledig te strekken.
De uiteinden van bovenbeen, scheenbeen en knieschijf zijn bekleed met kraakbeen. Hierdoor kan de knie soepel scharnieren.
Tussen het bovenbeen en scheenbeen zitten ook de binnen- en buitenmeniscus. Deze hebben de vorm van een halvemaan. Ze bestaan uit elastisch kraakbeen en werken als schokdemper. Door hun vorm helpen ze ook de knie stabiel te houden bij buig- en draaibewegingen.
De binnen- en buitenband van de knie en de voorste en achterste kruisband zorgen voor stabiliteit van de knie. De gewrichtsbanden aan de zijkant van de knie zorgen voor stabiliteit in zijwaartse richting. De twee kruisbanden zorgen voor stabiliteit in voor- en achterwaartse richting en bij het draaien van de knie. De spierkracht is daarvoor vanzelfsprekend ook belangrijk.
De binnenzijde van de knie is bekleed met een slijmvlieslaag, het zogeheten synovium. Het synovium maakt gewrichtsvocht dat het kniegewricht smeert, het kraakbeen voedt en de gewrichtsoppervlakten soepel en met weinig weerstand over elkaar laat glijden.
Een scheur in de meniscus kan spontaan of geleidelijk ontstaan:
Spontaan: Na een ongeval, sportblessure of een verkeerde beweging.
Geleidelijk: Op oudere leeftijd is er een grote kans op een scheur in de meniscus. De kwaliteit van het weefsel neemt af naar mate mensen ouder worden.
De meniscus wordt minder elastisch, waardoor het makkelijker kan scheuren. Dit noemen we een degeneratieve meniscusscheur.
Patiënten boven de 35 jaar met een scheur in de zonder slotklachten krijgen eerst 3-6 maanden een conservatieve behandeling voordat een operatie wordt overwogen.
Een conservatieve (= niet-operatieve) behandeling bestaat uit:
- Fysiotherapie om de knie sterker te maken.
- Beperken van bewegingen die de knieklachten uitlokken.
- Pijnstillers
Ook kan er een injectie in de knie worden gegeven. De injectie bestaat uit een pijnstiller en ontstekingsremmer (corticosteroïde). Meestal vermindert de pijn en zwelling binnen 1 week en kan dit enkele maanden aanhouden. Als de klachten terugkomen, kan de injectie worden herhaald.
Het is wel belangrijk om te weten dat corticosteroïden op de langere duur een nadelig effect op het kraakbeen kunnen hebben. Meestal raadt de orthopeed aan om deze injecties niet vaker dan 3-4 keer per jaar te geven.