Het heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. Onder normale omstandigheden staat de kop stabiel in het midden van de kom en is de kom voldoende diep. Bij heupdysplasie is de verhouding tussen kop en kom verstoord. Het kommetje is niet diep genoeg. De heupkop kan daardoor verschuiven in de kom en (gedeeltelijk) in en uit de kom glijden (Figuur 1).
Soms zit de heupkop helemaal niet meer in de kom (heupluxatie). Als de heupkop niet stabiel in de kom zit zal het gewricht ook niet de kans krijgen om zich goed te ontwikkelen. Heupdysplasie en heupluxatie zijn niet pijnlijk, maar als het gewricht niet hersteld wordt, kan door piekbelasting van het kraakbeen op jongere leeftijd artrose ontstaan.
Dysplasie van de heup komt bij ongeveer 1-2% van de kinderen voor en is daarmee één van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen.
Oorzaak
De oorzaak van heupdysplasie is niet precies bekend. Waarschijnlijk is het een combinatie van slapte van de banden en positie van de heup in de baarmoeder en na de geboorte.
Er zijn erfelijke factoren, want kinderen met een ouder of broer of zus met heupdysplasie hebben een vijf keer grotere kans dan normaal om ook dysplasie te hebben.
Bij meisjes is de kans vier keer groter; dit komt doordat meisjes gevoeliger zijn voor hormonen van de moeder die de banden slap maken (net voor de bevalling om de bevalling gemakkelijker te maken). Hierdoor worden de kapsels en banden slapper. De heup komt losser in de kom te zitten.
Verder heeft de ligging in de baarmoeder iets met het ontstaan van heupdysplasie te maken.
Kinderen die in stuitligging hebben gelegen hebben een grotere kans op heupdysplasie. Eerstgeborenen hebben ook meer kans op het probleem. (omdat zij over het algemeen minder bewegingsruimte in de baarmoeder hebben).
Als laatste is de positie van de heupjes na de geboorte nog van belang. Kinderen die veel in spreidstand in een draagdoek liggen hebben minder heupdysplasie en inbakeren lijkt een grotere kans op heupdysplasie te geven.
- Meer informatie over heupklachten bij kinderen vind u hier.
- Meer informatie over de behandeling van Heupdysplasie vind u hier.
Behandeling op latere leeftijd
Indien u vroeger heupklachten heeft gehad en nog steeds restklachten heeft van vroeger. Overleg dan met uw podoloog of fysiotherapeut in Arnhem, wat zij voor u kunnen doen.
De podoloog kan een steunzool maken om de stand van de heup te verbeteren. Soms is er ook beenlenteverschil ontstaan door de heupproblemen van vroeger. De fysiotherapeut kan de heup soepeler maken. Wij geven u oefeningen om de kracht van de heup te verbeteren.